Nieuws

Nieuws

Samenwerking voor het Friese landschap

Vereniging It Fryske Gea en Stichting Landschapsbeheer Friesland hebben besloten om per 1 januari 2021 intensief samen te gaan werken. It Fryske Gea schakelt Landschapsbeheer voortaan in voor landschapsbeleid en -beheer. Daarnaast gaan de organisaties hun ondersteunende diensten delen. De samenwerking wordt beklonken met een bestuurlijke fusie, waarbij het bestuur van It Fryske Gea tevens het bestuur van de Stichting Landschapsbeheer Friesland wordt. Met het bundelen van de krachten kunnen de organisaties beter opkomen voor de belangen van het Friese landschap.

Op verzoek van de provincie hebben de organisaties in de afgelopen maanden onderzocht hoe een samenwerking tussen Landschapsbeheer Friesland en It Fryske Gea tot stand gebracht kan worden. Voor LBF was het de laatste jaren steeds lastiger om zelfstandig te blijven, omdat de financiële positie sterk onder druk stond. Gezien het belang van de activiteiten die LBF uitvoert en het feit dat LBF de kennisorganisatie voor landschap is, is gezocht naar een duurzame oplossing die meer kansen biedt voor het landschap. De uitkomst van het onderzoek is de bestuurlijke fusie, waarbij LBF een zelfstandige Stichting blijft, een herkenbare entiteit binnen It Fryske Gea.

Landschapsbeheer Friesland gaat in de toekomst meer capaciteit vrijmaken voor het meedenken in beleidsontwikkeling over hoe grote ontwikkelingen ten goede gekeerd worden voor het landschap. Voorbeelden hiervan zijn de veenweidevisie, dijkversterkingen, de inpassing van duurzame energiewinning en de nieuwe bossenstrategie. De medewerkers van Landschapsbeheer zullen minder vaak zelf projecten uitvoeren en vaker anderen in staat stellen om het landschap te beschermen en te beheren. Daarvoor geven zij ondersteuning aan agrarische collectieven, dorpen die natuur in en om hun woonomgeving willen stimuleren en natuurlijk de beheerploegen die op vrijwillige basis belangrijke parels van het Friese landschap onderhouden.

Voor Arjen van der Meer, voorzitter van It Fryske Gea, is de ondersteuning van Landschapsbeheer een investering in de toekomst: ‘Er komt een aantal grote ruimtelijke ingrepen aan, die het Friese landschap kunnen maken of breken èn er is meer behoefte bij mensen om zelf natuur en landschap te beschermen. Een bolwerk van kennis en van meedenkers bij Landschapsbeheer is onmisbaar om dat te helpen ontwikkelen.’ Voorzitter Meine Scheweer van Landschapsbeheer Friesland voegt daar aan toe: ‘Er ligt een plan waarin Landschapsbeheer zijn onafhankelijke rol behoudt en waarin een gezonde organisatie ontstaat die nieuwe kansen kan creëren voor het Friese landschap.’ Van der Meer heeft ruime ervaring met samenwerkingsvormen: ‘Als voorzitter van LandschappenNL heb ik de fusie mogen begeleiden van de landelijke koepels waaronder It Fryske Gea en Landschapsbeheer Friesland vallen. Het bundelen van de kennis en de inzet van personeel, vrijwilligers en leden heeft echt meerwaarde voor natuur en landschap.’

Provincie Fryslân ondersteunt de overgang naar deze situatie. Gedeputeerde Douwe Hoogland: ‘We hebben de aandacht en zorg voor het landschap prominent in ons bestuursakkoord gezet. De provincie heeft sterke maatschappelijke partners nodig om alle landschapsvraagstukken, bijvoorbeeld rondom het veenweidegebied, op te pakken. Ook stimuleren wij lokaal draagvlak en de inzet van vrijwilligers. Ik ben daarom blij dat Landschapsbeheer Friesland en It Fryske Gea op deze manier hun krachten bundelen. Twee sterke partners die onafhankelijk genoeg zijn om op te komen voor verschillende belangen, zoals Landschapsbeheer Friesland dit bijvoorbeeld doet door de collectieven voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer te ondersteunen.’

 

Bijschrift foto:

In Fryslân raakt het werk van de beide organisaties elkaar regelmatig. Letterlijk bijvoorbeeld op het landschap dat Fryslân zo typeert, De Slachtedyk. De voorzitters van Vereniging It Fryske Gea en Stichting Landschapsbeheer Friesland kwamen vandaag bij elkaar op De Slachtedyk bij Boazum om bij de tocht vanaf nu ‘samen op te lopen’. Nu nog op 1,5 meter afstand, per 1 januari 2021 als bestuurlijke eenheid.