LandschappenNL (toen Landschapsbeheer Nederland) is in 2010 gestart met het Meetnet Agrarisch Cultuurlandschap, ook wel MAC genoemd. Binnen het MAC wordt steekproefsgewijs het agrarisch cultuurlandschap geïnventariseerd om veranderingen in dit landschap op elementniveau te volgen.
Landschapsbeheer Friesland (LBF) monitort samen met Altenburg en Wymenga Ecologisch Onderzoek (A&W) vijf jaar lang tweehonderd houtwallen en singels in het leefgebied Droge Dooradering, in het kader van het subsidiestelsel Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer 2016. Deze opdracht is gegeven door de Provinsje Fryslân en de agrarische collectieven Noardlike Fryske Wâlden en ELAN Zuidoost-Friesland.
Van maart 2018 tot en met december 2022 werkte Landschapsbeheer Friesland en de Agrarische Collectieven ELAN, Noardlike Fryske Wâlden, Waddenvogels en It Lege Midden samen aan het herstel van de landschapselementen in het leefgebied Droge Dooradering oftewel het coulisselandschap. In totaal is 100 kilometer houtwallen en elzensingels hersteld, waarvan 18 kilometern nieuw aangelegd, en zijn er 37 poelen en 12 hectare bosjes hersteld.
In Oldeberkoop wordt al jarenlang de kunstroute Open Stal georganiseerd. In 2018 werd het plan opgevat om de fraaie parkbossen die het dorp rijk is, prominenter te betrekken in het culturele aanbod van het dorp. Deze bossen hebben in de eerste plaats een zekere cultuurhistorische waarde. De bossen zijn ooit ontworpen door de befaamde tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard. Mede op advies van Landschapsbeheer Friesland is bedacht om de parkbossen rond het dorp met elkaar te verbinden via een kunstroute: de zogenaamde Parkbossen-Kunstroute.
Bent u weleens in het gebied rond het dorp Oranjewoud geweest? Dit landschap is prachtig en heeft veel bijzondere landschapselementen. Oude landgoederen met bossen afgewisseld met open ‘kamers’ en daarnaast veel grasland omzoomd door opgaande singels en wallen. Landschapsbeheer Friesland heeft het gebied in kaart gebracht in opdracht van de landinrichtingscommissie. Dit vormde een goede basis voor verkenningen hoe het onderhoud van het gebied het beste verzekerd kan worden. De gemeente Heerenveen nam samen met de provincie het voortouw een fonds op te richten dat de landschapselementen in beheer heeft.
De Centrale As is de nieuw aangelegde weg die van Dokkum langs Damwoude, Zwaagwesteinde, Veenwouden, Hurdegaryp en Burgum naar Nijega loopt. Het is een vierbaans autoweg door het Nationaal Landschap de Noardlike Fryske Wâlden die voor ongeveer twee derde deel een nieuw tracé heeft gekregen. Landschapsbeheer Friesland adviseerde de provincie bij de inpassing van de nieuwe weg waarbij herkenbaarheid en behoud van kernkwaliteiten voor landschap leidend waren.
De adder, de ringslang en de heikikker zijn ‘rode lijst soorten’ en door provincie Friesland aangeduid als aandachtsoorten. Bovendien zijn deze soorten ‘gidssoorten’, dat wil zeggen ze representeren grotere diergroepen die zich goed thuis voelen in dezelfde omstandigheden. De leefgebieden van adder, de ringslang en de heikikker zijn de afgelopen decennia kleiner geworden in Fryslân. Bovendien verliezen de resterende gebieden aan kwaliteit door o.a. verbossing. Landschapsbeheer Friesland heeft in het jaar 2015 drie projecten afgerond om een aantal leefgebieden van deze soorten te herstellen.
Kinderen (bovenbouw basisschool) actief betrekken bij de natuur en cultuurhistorie van hun leefgebied ‘Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden’. Dat is het doel van het educatieproject 'Takomst foar in Unyk Lânskip'. Het behoud van de unieke waarden van het landschap staat centraal. Specifiek leren de kinderen over het onderhouden van elzensingels en de rol van boeren hierbij.
Het project 'Biologiedagen' brengt de natuurlessen voor basisschoolleerlingen in praktijk. Bij het initiatief, van Landschapsbeheer Friesland en het Natuur & Milieu Educatie (NME) centrum, gaan vrijwilligerswerk en educatie op een prachtige manier samen. Leerlingen weten door biologielessen al het nodige van de natuur. Maar tijdens een Biologiedag gaan ze daadwerkelijk de natuur in. De dag begint altijd met een excursie voor de hele groep. Daarna werkt de helft van de groep aan veldopdrachten terwijl de anderen zich bezighouden met praktisch natuurbeheer. Na de lunch wisselen de werkzaamheden.